Recentelijk heeft de gemeente Apeldoorn een standplaatsvergunning verleend aan één ondernemer voor drie verschillende winkelgebieden. We ontvingen feedback vanuit Anklaar met zorgen over deze kwestie. In 2012 heeft de gemeente Apeldoorn beleid vastgesteld. En hoewel in 2012 werd gesteld dat standplaatsen complementair moeten zijn aan het winkelaanbod, moet de gemeente Apeldoorn inmiddels erkennen dat dit inmiddels is achterhaald. Dit is ook bevestigd door de Hoge Raad in 2018. Ondanks deze ontwikkelingen heeft de gemeente haar beleid in de tussentijd niet bijgewerkt. Daarom heeft de FAO bezwaar aangetekend. Hoewel het waarschijnlijk moeilijk is om dit volledig te stoppen, streven we ernaar om het scherp te houden en open te staan voor een constructieve dialoog hierover. Daarbij wordt gekeken naar de mogelijkheid van een paraplubestemmingsplan waarin de voorwaarden duidelijk worden aangegeven. Dit plan geeft aan waar verkoopwagens wel of niet mogen staan. De gemeente en de FAO werken samen om te onderzoeken welke mogelijkheden de wet biedt en hoe we de situatie kunnen sturen.

Mijn start als FAO bestuurder is al weer héél lang geleden; om precies te zijn begon het voor mij allemaal op 26 juni 1989. Voel me wat dat betreft nu bijna een levende dinosaurus. Destijds was Johan Kelholt voorzitter; hij had een winkel, een klein soort warenhuis, op het Mercatorplein, genaamd MIWACO; dat stond voor Middenstands Warenhuis Combinatie. Kelholt was mede-oprichter van de FAO. Die club ontstond doordat midden jaren ’80 een Hanosonderdeel, de Kaveka, een supermarkt aan de Vlijtseweg waar je alleen naar binnen mocht op vertoon van een pasje waaruit zou blijken dat je louter een zakelijke klant was, liet weten van die beperkte toegang af te willen. Men wilde verder als een gewone, voor een ieder toegankelijke supermarkt. Dat was natuurlijk tegen het zere been van de zittende ondernemers, met name die van het dichtbij gelegen Mercatorplein. Samen met ondernemers van andere wijkwinkelcentra organiseerden zij zich toen in de Federatie Apeldoornse Ondernemers, om een steviger woord richting gemeente te kunnen laten horen.